zondag 22 juni 2008

De moordaanslag op het wassenbeeld ® 2008.


De moordaanslag op het wassenbeeld ® 2008.
Subtitel: ‘Het schot door caféraam aan de van Baerlestraat’ Misdaadroman van Martin Hersman

Brechtel Brecht, hoofdcommissaris van politie in Amsterdam wordt met haar collega Jeroen Holt geconfronteerd met een moordaanslag op een wassenbeeld in een Amsterdams eetcafé. Afdeling moorzaken neemt de zaak serieus op.

Een hoogbejaarde enigszins sjofel geklede heer loopt op de Herengracht de Bank binnen om zijn wekelijkse geld aan de balie op te vragen. Meestal wordt hij door dezelfde bankbedienden aan de balie geholpen. Op deze donderdagochtend in hartje Amsterdam loopt hij over het dikke tapijt gebogen en kortademig naar de wachtruimte.

Deze ochtend is drukker als anders en wat hem opvalt, is dat hij geen enkel bekend gezicht ziet. Hij zakt weg in een van de luxe lederen fauteuilles. Een sterk gevoel van tijfel komt over hem heen, wat versterkt wordt door de zichtbare veranderingen die de Bank heeft doorgevoerd.

De heer van Avezaat wordt bij zijn naam aangesproken door een heel vriendelijke mevrouw die hem vraagt met een opvallend hoog ABN accent of hij zijn wekelijkse contant opname wenst te verzilveren. Hij kijkt haar recht in de ogen en verontschuldigt zich, “Neem mij niet kwalijk mevrouw, ik heb me bedacht, ik beschik nog over voldoende geld en ik kan natuurlijk ook pinnen in het restaurant vanavond.”
Deze woorden schieten uit zijn mond voor hij het zelf beseft. In een flits neemt hij afscheid en rijdt hij in zijn Ford richting Jordaan. Bij de Nieuwmarkt duikt hij weer op en laat zich in een rieten terrasstoel zakken. “Wat mag het zijn, mijnheer? “ vraagt een vrolijke serveerster. Koffie met een glas water alstublieft.” De laatste slok van het heldere leidingwater smaakt hem zo goed en de koffie was heerlijk vers. Hij rekent af en rijdt via de binnenstad terug over de druk bezette grachten van de binnenstad.

De lente zon is altijd op zijn mooist in het begin van april met het frisse nieuwe groen aan de bomen. Met voldoende geduld rijdt hij voldaan ongeveer na een half uur over de Overtoom. Emiel woont al ruim veertig jaar op het zelfde adres aan het Buitenhuizenplantsoen. De enige luxe, die hij zich heeft gepermitteerd is onlang een automatische garagedeur te laten plaatsen, het werd hem te veel gedoe om in en uit te stappen en het slot ging ontzettend zwaar. Nu reed hij zijn beige Ford in één handige beweging zo de garage in.

Op de Bank was het een en al bedrijvigheid. In zijn grote kamer aan de voorkant van het pand op de 2e etage van de hoek Herengracht Utrechtsestraat ging de telefoon. Anneke van Praag, de secretaresse van Herman Schoonderwoerd meldt, dat een van de vaste klanten aan de lijn is. Herman kijkt op het staandhorloge voor hij het gesprek aanneemt, het is kwart voor twee, “ Goede middag Emiel, wat kan ik vandaag voor je betekenen?”
“Beste Herman, je weet dat ik aardig seniel wordt en ze af en toe al zie vliegen, alle gekheid op een stokje. Vanochtend was ik op de beletage en kreeg daar een heel vreemde indruk, het bracht me op mijn hoede, ik vertrouw de Bank niet meer, dat wilde ik je even laten weten!” “Wees eens duidelijk Emiel, ik begrijp niet wat je bedoelt.” “Nu, heel eenvoudig, een voor mij geheel onbekende dame vraagt aan mij, ze sprak me notabene persoonlijk aan en vroeg of ik het bekende wekelijkse bedrag wenste op te nemen?”
“Mijn beste Emiel, zo zijn tegenwoordig de bankbedienden opgeleid juist om je persoonlijk aan te spreken.” “Dat kan wel zijn, maar hoe mooi en duidelijk ze ook overkwam, ze is nooit aan mij voorgesteld, doe me een plezier en neem eens voorzichtig polshoogte over deze nieuwe situatie op de beletage,” zei de heer van Avezaat en beëindigde het gesprek.
Herman leunde achterover en zuchtte even en bij de onmiskenbare zachte kreun verscheen Anneke in de deuropening. Zonder een woord te zeggen ging zij tegenover Herman zitten en keek hem verbaasd aan. “Ik heb het nog zo gezegd in de laatste vergadering, Anneke je hebt er een aantekening van gemaakt. Hoe kun je in hemelsnaam een hele afdeling vervangen zonder je vaste klanten daarover in te lichten. Haal straks het dossier van de heer van Avezaat weg van de beletage, dan bekijken we het straks nog eens nauwkeurig,” zie Herman op zijn gebruikelijk aardige manier. Anneke bleef verbaasd naar Herman kijken. “Denk nu eens even goed na Herman, er is helemaal geen dossier op de beletage natuurlijk, alle gegevens zitten tegenwoordig in de computer. “Ja, stom van me, denk eens mee? Hoe krijgen wij die gegevens daar weg. We kunnen onze klanten toch zo niet weg laten jagen?” Anneke stond direct op en koos de vier cijfers van automatisering. “Ja, met Anneke, Colette mag ik Fons van je?” Het duurde even voor Fons aan het toestel kwam. In de tussentijd keken Herman en Anneke naar het vertrouwde beeld op de gracht. De verse groene beukenblaadjes twinkelden in het licht wat weerkaatst werd door het water van de gracht. “Met Fons, Anneke vertel, wat kan ik voor je doen?” “Vanochtend is een van onze vaste klanten op de beletage weggelopen. Herman vraagt zich af of het niet beter is de gegevens van deze klant tijdelijk te blokkeren en niet meer zichtbaar te hebben op de monitoren van de benedenbalie. Kun je dat snel regelen en als je klaar bent kom dan daarna meteen hier heen, neem Colette ook even mee.” Anneke legde zacht de hoorn terug en nam even bescheiden op het puntje van het bureau van Herman plaats, dan was voor haar een natuurlijk gebaar geworden als zij en Herman weer eens op een lijn zaten.
In dit soort situaties was hun denkwijze eender en vulden zij elkaar altijd aan. Voor Herman was dat thuis geheel anders, tegelijkertijd hield ook daarom zo van deze baan, met zijn tweeën vormden ze een geweldig team. Zonder Anneke zou het lang niet zo leuk zijn.

Via het bank intranet berichtte Anneke de gegevens van Avezaat aan Fons Kerkhof. Colette Pronk kreeg een carbon copy. De samenwerking bleek weer voorbeeldig. Een halfuur later zaten Fons en Colette al aan Herman’s bureau. Anneke schonk thee in voor zijn vieren. Zonder al te veel poespas maakte Herman duidelijk, dat de portefeuille van Emiel van Avezaat beschikbaar gesteld zou worden voor de particuliere beleggersbank van de Bank. Fons nam het woord, ‘Begrijp ik het goed, deze gehele portefeuille van Emiel van Avezaat wordt overgeheveld naar Koopmans & van Poppel. We nodigen de heer van Avezaat uit voor deze transactie en wij nemen de transferkosten voor onze rekening. Tegelijkertijd stelt dat Emiel van Avezaat in staat om gratis van onze servicedienst en taxi’s gebruik te maken en te pinnen waar en wanneer hij maar wenst, O.K.?”

Anneke belde direct de heer van Avezaat en vroeg hem of het hem schikte direct door een taxi te worden opgehaald om een en ander te bespreken hier op het kantoor van de heer Schoonderwoerd. De heer van Avezaat vatte het sportief op en hield een slag om de arm, hij stond erop een etentje aan te bieden. “Mag ik jullie Hollandse stampot aanbieden in het verbouwde Orkestje aan de van Baerlestraat, dan reserveer ik aansluitend een tafel om half zes?” Na een kort overleg werd er ingestemd en de taxi was al onderweg toen Emiel van Avezaat vanuit zijn huis een tafel reserveerde bij het Orkestje. Hij had Gijs Lantink zelf aan de lijn en hij vroeg om de ronde tafel achterin en de kleine tafel in de serre. De uitbater begreep direct de wens van de heer van Avezaat. Op dezelfde donderdagmiddag rijdt een taxi voor en wordt de heer van Avezaat via een zijingang van de Bank in de lift gezet naar de tweede etage en hij wordt vriendelijk verwelkomd door de heer Schoonderwoerd. Herman stelt hoofd automatisering Fons Kerkhof en zijn secretaresse Colette Pronk aan hem voor. Anneke van Praag kent de heer van Avezaat al geruime tijd, die heeft zij nog zojuist aan de telefoon gehad. Herman Schoonderwoerd begint het gesprek, “Beste heer van Avezaat, wij nemen uw klacht zeer serieus en gezien uw leeftijd lijkt het ons wenselijk u voor te stellen als vaste klant meer te gaan verwennen. Onze particuliere beleggersbank Koopmans & van Poppel geeft u deze servicedienst gratis bij het beheren van uw portefeuille. Wij stellen voor of u hiermee akkoord kan gaan. Wij halen uw portefeuille weg van het scherm op de beletage. Met een druk op de knop kan de heer Kerkhof dat voor u regelen. Anneke heeft al een document straks voor u opgemaakt wat u na deze bespreking kunt ondertekenen, mits u dat op prijs stelt natuurlijk. Alle kosten die dit met zich meebrengt zijn voor rekening van onze afdeling. Uw portefeuille laat dat ruimschoots toe. U hoeft het alleen maar goed te keuren en te ondertekenen.”

Emiel van Avezaat neemt rustig het woord en spreekt zijn waardering uit voor de oplossing na het voorval deze ochtend op de beletage. “Ik heb nog wel een aanvullend verzoek of de Koopmans & van Poppel ook in staat is mijn notariële en juridische zaken over te nemen, dat zou ik zeer op prijs stellen.” “Er zijn namelijk momenteel vervelende juridische zaken gaande tussen mijn verhuurder van mijn kantoor en ik heb de wens mijn testament te laten veranderen in het bijzijn van u vieren als getuigen. Mijn wensen heb ik hierbij schriftelijk kenbaar gemaakt. Emiel haalt een open envelop uit zijn binnenzak en overhandigt dit verzoek aan Herman Schoonderwoerd.

Anneke van Praag past in een oogwenk het verzoek aan en even later wordt het document officieel bekrachtigd door ondertekening van alle aanwezigen. “Daar moet op worden geklonken,’ zie Anneke spontaan. Herman schenkt een jonge borrel in voor Emiel van Avezaat. De anderen nemen fris zonder een kleurtje, cola en voor zichzelf schenkt hij een witte wijn in.

Een klein borrelnootje completeerde het geheel en even later worden zij allen gezamenlijk in een geblindeerde met zij- en achterramen Mercedes taxi opgehaald, dat is tegenwoordig heel normaal. Door de avondspits op weg gaan zij naar het eetcafé.

Gijs Lantink ontvangt de heer van Avezaat met zijn gezelschap persoonlijk en begeleid hen naar de ronde tafel achter in het café. Met een korte goedkeurende blik hebben Gijs en zijn gast oogcontact. De menukaarten worden aangereikt en de hoofdmaaltijd Hollandse pot van de dag wordt al snel geserveerd. Zij drinken er bier bij. De gasten van het eetcafé worden precies klokslag zes uur enigszins opgeschrikt door licht glasgerinkel. Het tafeltje aan het voorraam in de verwarmde serre was enigszins scheef komen te staan. Zo te zien vermoedelijk een oudere heer was onwel geworden en voorover gezakt over de tafel gebogen met zijn borrelglaasje lag op de plavuizengrond. Zijn arm wees richting de bar. De uitbater Gijs Lantink belde niet onopgemerkt 112 en werd op zijn verzoek doorverbonden met de politie recherche afdeling moordzaken. Hij gaf een korte beschrijving van het voorval en sprak daarna zijn gasten toe vooral door te gaan met waar zij mee bezig waren en zei op luide toon met een onmiskenbaar plat Amsterdams accent of er een dokter aanwezig was. Er was nauwelijks reactie tot zich een jonge vrouw zich voorstelde aan Gijs. “Jikkemien Vogel, student medicijnen wat kan ik voor u doen?” Gijs hield haar hand iets langer vast dan gebruikelijk zou zijn en zei zachtjes in haar oor “We hebben vermoedelijk een moordaanslag op een wassenbeeld, Jikkemien!”
Zij liep samen met hem naar de serre en Gijs vertelde haar opnieuw. “Normaal zit die pop met zijn viool daar in de nis, dat heb je op de menukaart kunnen zien, als je goed hebt opgelet. Het is een kopie van een van mijn stamgasten, die ondernemer van het jaar was in 2004.” “Het wassenbeeld van de heer van Avezaat heeft een aantal maanden in madame Toussaud op de Dam gestaan, maar het is geen grap als je goed kijkt zie je een kogelgat in het serreraam, geen paniek, wij gaan even daar zitten tot de politie en de ambulance komt, O.K.?”
“Graag hier twee bier! fluitjes Marjolein!” bestelde Gijs met zijn beste humortoon in zijn stem aangedikt. “Nee, dit voorval is volgens mij geen grap, Jikkemien, nog geen uur geleden heb ik die pop daar neergezet en de echte mijnheer zit achter in het café met belangrijke zakelijke contacten.”

Jikkemien kijkt Gijs nog even tijdje ongelovig aan, zij neemt een slok uit haar fluitje, ja hoor, de cafédeur zwaaide open en vier mensen kwamen achter elkaar binnen. Je zag meteen, dat ze geen borrel nodig hadden. Kordaat liep een zeer aantrekkelijke vrouw richting Gijs die zich had opgericht om naar haar toe te gaan. Ze was al bij hem en zei op warme toon, “Brechtel Brecht, afdeling moordzaken, dit is mijn assistent Jeroen Holt, zij daar is onze fotograaf Brigitte Nederkoorn en de mijnheer bij het raam is onze patholoog anatoom Albert van Bekkum.” “Vertel eens, wat er is gebeurd mijnheer?” “Gijs, Gijs Lantink, precies om zes uur zakte die mijnheer in elkaar en viel zijn borrelglaasje onaangeroerd op de plavuizen, mevrouw!”

“Ik moet er wel bij zeggen, dat we misschien geen echt lijk in huis hebben. Om vijf uur heb ik het madame Toussaud wassenbeeld daar neergezet.” Brechtel was even sprakeloos en Albert liep op Jikkemien toe, “Je neemt me toch niet in de maling hè, mevrouw Vogel,” zie Albert zachtjes maar wel verstaanbaar voor Gijs en richtte zicht tot de commissaris, “Brechtel ik ken Jikkemien vanuit het VU ziekenhuis, zij loopt een co-schap bij ons in de Amsterdamse ziekenhuizen op de afdeling pathologie. Voor ze er erg in had flapte Jikkemien er uit, “Ik heb hier helemaal niets mee te maken, ik ben hier met paar vrienden aan het borrelen en mijnheer hier vroeg of er dokter aanwezig, nou toen heb ik mijn hand opgestoken, zodoende.” Jikkemien kreeg een hoog rode kleur op haar wangen, die al gauw wegzakte toen Jeroen de assistent van mevrouw Brecht zich in het gesprek mengde. “Hoogstwaarschijnlijk is er vanuit een voorbij rijdende auto geschoten, want de schotafstand is te groot als je verder kijkt naar de blinde muur aan de overkant. Ik kan er niets anders van maken, zullen wij het lijk maar laten afvoeren als Brigitte klaar is met de foto’s?” Jeroen had een leuke uitwerking op Jikkemien, ze vond hem direct leuk en de weggetrokken kleur in haar wangen kwam weer terug, toen hij haar een vraag stelde. “Waar stond jij hier in het café voordat de heer Lantink ons belde?” Jikkemien deed een stap naar voren en wankelde even op haar benen, zij werd laconiek opgevangen door Jeroen. Ze keek hem recht in zijn licht blauwe kijkers en steunde even dankbaar op zijn spierkracht. Zij herstelde zich en liep richting haar gezelschap, maar ze kwam niet veel verder. Jeroen pakte haar zachtjes opnieuw bij de arm, “Hé, ik vroeg je wat schoonheid?” “Zij reageerde heel anders en enigszins geïrriteerd zei ze, “Vraag het maar aan mijn vrienden, die stonden allemaal om me heen, kijk zij kijken allemaal nu naar ons. Haar hele gezelschap begon hen toe te lachen. Er werd geroepen door een van de jongens, “Ik dacht dat je met ons uit was vanavond, stel hem even aan ons voor je nieuwe vriend, wij zijn heel benieuwd, hoe je hem hebt leren kennen.”

In de tussentijd had Gijs de commissaris naar de tafel van de heer van Avezaat geleid en ook haar viel de gelijkenis op, die ze op de menukaart zag die zij in haar hand hield.
Met haar politiepenning stelde ze zich aan de groep voor en bleef staan naast de heer van Avezaat. “Corrigeer mij als ik het mis heb, maar begrijp ik het goed. Mijnheer van Avezaat reserveerde deze tafel vanmiddag en heeft de heer Lantink gevraagd misschien zonder al te veel woorden of hij het wassenbeeld uit de nis in de serre wilde plaatsen?” Met zijn allen staarden zij naar de commissaris, behalve de heer van Avezaat, “Kijk dat bedoel ik nu, vanochtend had ik al een voorgevoel Herman.”
Brechtel maakte kordaat een einde aan het gesprek en richtte zich opnieuw tot allen. “Houdt u allen beschikbaar voor nader verhoor, ga niet uit de stad, ik wil jullie allemaal morgenochtend op mijn kantoor aan de Strawinskylaan nummer 9 in de linker toren op de 1e verdieping, wat spreken we af, tien uur, O.K.?” Herman nam direct nadat Brechtel Brecht met haar gezelschap was vertrokken contact op met de rechterhand van de president commissaris. Het wassenbeeld werd als een echt lijk in een plastic zak geritst en afgevoerd in de wachtende ambulance. Gelukkig was de verlichting tijdens het korte verhoor van de auto uitgeweest en hadden de ziekenbroeders geduldig gewacht op het verzoek van dokter Lazarotti. Alsof er niets aan de hand was ging het caféleven die avond gewoon vrolijk door. De volgende ochtend stond er nauwelijks of niets in de dagbladen of op internet, daar was de regiobaas van Brechtel Brecht Mariebelle Lecoque heel erg blij mee, die weer op haar beurt aan de tand was gevoeld door de president commissaris van de Bank mr. M.G.M. Rijkman Roth van Amstel, die had al genoeg aan zijn hoofd met zijn aandeelhouders en wilde liever met zijn Bank uit de pers blijven.
“Schot door caféraam aan de van Baerlestraat, mogelijk afrekening. Om zes uur zijn gisteren donderdagavond enkele cafébezoekers opgeschrikt door onverwacht bezoek van de recherche. Een vermoedelijk lijk is geruisloos afgevoerd. Er zijn verder geen mededelingen gedaan over dit voorval, de politie tast nog volledig in het duister.”
Anneke van Praag was in het café nagebleven, nadat de anderen van het gezelschap waren vertrokken. Samen met de heer van Avezaat verbleven zij tot ongeveer half elf die avond. Zij namen lijn 5. Zij had met hem een prettig gesprek gehad en er werd nauwelijks ingegaan op de dingen van die dag. Zij wilde er zeker van zijn, dat de heer van Avezaat rustig de nacht thuis door kon brengen. Zij kwam er al snel achter, dat de heer van Avezaat voor hetere vuren had gestaan. Vol belangstelling had zij zijn verhalen aangehoord uit de tijd dat hij voor koningin Emma werkte, nog voor hij getrouwd was. Zijn vrouw had hij een jaar of tien gelden verloren. Hij was voor een man van zijn leeftijd opmerkelijk goed op de hoogte van het buitenland. Hij was in praktisch alle grote steden van de wereld bekend of hij kende er de weg.
Vooralsnog was Anneke van Praag de enige contactpersoon voor de heer van Avezaat. Zij zal er op toezien over het wel en wee van de heer van Avezaat, zolang ook de moord aanslag op het wassenbeeld loopt. De heer van Avezaat houdt zich beschikbaar en samen met Anneke van Praag wordt er die vrijdagochtend om negen uur snel een nieuw kostuum aangemeten en nieuwe bijpassende schoenen in het WTC voor zij samen op bezoek gingen bij de commissaris moordzaken van politie Amsterdam.

Elk in aparte kamers, Gijs Lantink, Jikkemien Vogel werden al gehoord en ondertekenden een schriftelijke verklaring. Alle gesprekken worden op video opgenomen. Brechtel Brecht is zo verstandig tijdens het verhoor met de heer van Avezaat ook Anneke van Praag bij het gesprek te betrekken en de voorgestelde advocaat van Koopmans & van Poppel.

Mr. Gerrit Lugt overziet de situatie helder en vraagt alleen als het gesprek een andere wending aanneemt aan Brechtel Brecht.
“Neem mij niet kwalijk, ik heb hier met mijn cliënt nog niet over kunnen overleggen, ik stel voor, dat wij daar later op terug zullen komen.”

Snel werden de vraagtekens later op de dag duidelijk. Wat betreft de afspraak tussen de heer Lantink en van Avezaat, wanneer en waarom het wassenbeeld zou worden ingezet was eigenlijk ontstaan bij een klein voorval, toen de heer van Avezaat een concertavond zou doorbrengen met de verhuurder van zijn kantoorruimte in het business centrum. Zijn niet nader genoemde verhuurder, had een opmerking geplaatst over de kwaliteit van het eten in het eetcafé. Van Avezaat had er geen zin meer met dit contact geconfronteerd te worden en als er enige aanleiding toe zou zijn hadden hij en de heer Lantink min of meer voor de grap afgesproken het beschikbare wassenbeeld klokslag 5 uur op de woensdagavonden uit de nis bij de toiletblokken te verplaatsen zonder vioolkist aan het serre raam met een klein glaasje. Maar wat nu die niet nader genoemde verhuurder te maken had met de moordaanslag, daartoe miste elk detail.

Herman, Fons en Colette kregen een aantal standaard vragen gesteld door Jeroen Holt te beantwoorden en waren al weer snel vertrokken uit het politiebureau. Ook zij ondertekenden de schriftelijke verklaringen. Weer terug op de Bank zorgde Herman Schoonderwoerd ervoor, dat alles in gang werd gezet de notariële stukken van zijn cliënt in bezit te krijgen en er werd schriftelijk een aanvraag gedaan voor overdracht juridische zaken bij het accountantskantoor Annistol Groot & Doorndrecht over de juridische kwestie met de verhuurder van de kantoorruimte op het business centrum van de heer van Avezaat. Anneke van Praag kwam om kwart voor twaalf terug op kantoor met de heer van Avezaat keurig in een nieuw kostuum gestoken met glimmende zwarte schoenen en met mr. Gerrit Lugt. In grote lijnen werden de voorgenomen overdracht van zaken doorgenomen en werd de heer van Avezaat uitgenodigd voor een lunch aan de overkant bij het kantoor Koopmans & van Poppel. Nog dezelfde middag werden alle computergegevens van zowel het notariskantoor en het accountantskantoor overgeheveld naar de particuliere beleggersbank Koopmans & van Poppel. Mr. Gerrit Lugt neemt contact op met Brechtel Brecht en licht haar persoonlijk in tijdens een borrel in het eetcafé aan de van Baerlestraat op de hoogte te brengen. Klokslag 5 uur die middag wordt het wassenbeeld door een servicewagen van madame Toussaud teruggebracht en opnieuw geplaatst in de nis tussen de toiletblokken. Het wassenbeeld had een nieuw lichtgrijs kostuum aan en glimmende zwarte schoenen.

Achter de schermen wordt er contact gemaakt met de fiscale opsporingsdienst door Brechtel Brecht. Alle relevante varianten worden besproken en samen met mr. Gerrit Lugt worden er ook snel vorderingen gemaakt op verschillend gebied. Enerzijds wordt op de maandagochtend een pijnlijk lek bij de Bank bekend, diverse grote geldtransacties zijn mislukt door een opgezette bug in de software van donderdag op vrijdag en pas na het weekend wordt duidelijk welk motief er schuilt achter de moordaanslag op het wassenbeeld, camerabewaking legt een samenzwering bloot tussen een bediende van een notariskantoor en een bankmedewerker. Het gaat om het illegaal verrekenen van gokschulden door middel van andermans bankrekeningen, de kopstukken worden na bewijslegging tot een bekentenis gedwongen en gearresteerd. Het moordwapen wordt teruggevonden bij huiszoekingen. Veelal in dit soort zaken worden er überhaupt geen mededelingen gedaan richting pers. Ook wordt snel de status duidelijk van de juridische kwestie tussen het business centrum en de kantoorruimte van de heer van Avezaat. Deze zaken staan bij toeval geheel los van elkaar.

Personen:
Brechtel Brecht - hoofdcommissaris van politie Amstel - & Meerlanden
Jeroen Holt – assistent commissaris
Brigitte Nederkoorn - politie fotograaf
Albert Van Bekkum– patholoog anatoom
Jikkemien Vogel – studente medicijnen
Gijs Lantink – uitbater eetcafé
Anneke van Praag – secretaresse hoofd particuliere beleggingen
Herman Schoonderwoerd – hoofd particuliere beleggingen
Colette Pronk – secretaresse hoofd automatisering van de Bank
Fons Kerkhof – hoofd automatisering van de Bank
Mr. Gerrit Lugt – jurist bij Koopmans & van Poppel
George Rijkman Roth van Amstel – president commissaris de Bank
Mariebelle Lecoque – regiomanager politie Amstel- & Meerlanden
Emiel van Avezaat – oudste ondernemer van Amsterdam.

-- courant van de dag Amsterdam --
Brechtel Brecht, hoofdcommissaris van politie in Amsterdam wordt met haar collega Jeroen Holt geconfronteerd met een moordaanslag op een wassenbeeld in een Amsterdams eetcafé. De uitbater van het eetcafé voorkomt een moordaanslag. Afdeling moorzaken neemt de zaak serieus op.

De moordaanslag op het wassenbeeld ® 2008.
Subtitel: ‘Het schot door caféraam aan de van Baerlestraat’ Misdaadroman

Geen opmerkingen: